Nederlandse jeugdigen het gelukkigst

De Nederlandse jeugd behoort al jaren tot de meest gelukkige jeugdigen van heel Europa. Sinds 2001 staat Nederland al in de top 5, hand in hand met Finland, IJsland, Albanië en Armenië. En daar mogen we als jeugdzorgwerkers best trots op zijn. Wat gaat er dan zo goed?

Relatie met Ouders

De relatie tussen jeugdigen en hun ouders is over het algemeen zeer goed. Een overgrote meerderheid geeft aan makkelijk met hun moeder èn vader te kunnen praten over onderwerpen waar ze mee zitten. Naarmate ze ouder worden wordt het wel wat moeilijker om met hun issues met hun ouders te bespreken, maar ook bij de leeftijdscategorie zestienjarigen, zegt de overgrote meerderheid dat het makkelijk is om issues bij in ieder geval een van de ouders aan te kaarten.

Druk van schoolwerk

Het gaat minder goed bij de druk die jeugdigen ervaren bij hun schoolwerk. Er is een toenemende druk in het aantal middelbare scholieren dat druk voelt van 16% in 2001 naar ruim 35% in 2017. De onderzoekers verklaren dit doordat er een einde lijkt te zijn gekomen aan de zesjescultuur. Er zijn strictere diploma-eisen, meer huiswerkbegeleiding en een grotere nadruk op prestatie in het onderwijs.
Bijzonder is op te merken dat ondanks deze toegenomen druk de onderzoekers geen toename zien in psychische problemen. Wellicht omdat het op andere vlakken zoals in de relatie met de ouders en de sfeer op school wel beter gaat.

Seksueel gedrag

Wanneer jeugdigen starten met seks is de afgelopen jaren niet veel veranderd. Gemiddeld zegt 10 % van de jeugdigen in het voortgezet onderwijs ooit seksuele gemeenschap te hebben gehad; van 1 % bij de 12-jarigen naar 23 % bij de 16-jarigen.

Merkwaardig is dat het condoomgebruik onder hen sterk is afgenomen. In 2009 gebruikte ruim 80 % van de jeugdigen die al seks hadden een condoom, afgelopen jaar was dat slechts 55 % over de gehele doelgroep. Dit is ongeacht de sekse, het schoolniveau, migratieachtergrond of gezinswelvaart. Waarom het condoomgebruik in deze mate afneemt kan te verklaren zijn dat de Veilig Vrijen-campagnes in 2011 zijn gestopt.

Want het mag dan over het algemeen goed gaan met de Nederlandse jeugd, er zijn ook groepen die kwetsbaarder zijn. Jeugdigen op het VMBO, met een migratieachtergrond, uit gezinnen met weinig welvaart en kinderen die niet opgroeien bij beide ouders lopen risico’s. Wij jeugdzorgwerkers zien vooral de jeugdigen waar het minder goed mee gaat en waar wij het verschil maken. Maar zoals we hebben kunnen lezen mogen we ook trost zijn op de jeugd in Nederland